Een lokaal initiatief van burgers die zélf aan de slag willen om hun eigen lokale omgeving zo olie-onafhankelijk mogelijk te maken. Hierdoor de lokale samenleving zo veerkrachtig mogelijk te maken.
De veerkracht terug te brengen in de samenleving.
Geloven dat we de samenleving ook daadwerkeljk kunnen veranderen, in een positieve manier.
Omdat we nu al samen gaan inzetten op uiteenlopende acties en projecten.
Activiteiten die de lokale samenleving veerkrachtig maken; waardoor we minder fossiele brandstoffen gebruiken.
Van onderop, door samen te werken. 
Geloven in de kracht van samenwerken.
We gaan het samen doen.
Niet ieder voor zich die dit op gaat lossen.
Samen lukt ons dat wél.
#dtv ;-)
Het  vertrekpunt voor de transitiebeweging vijf jaar geleden was de klimaatcrisis en  het einde van het tijdperk van goedkope olie.
Sindsdien stapelen de crisissen zich op.
Sindsdien stapelen de crisissen zich op.
Hopkins: Mensen als de Ierse geoloog Colin Campbell  en de Amerikaanse journalist Richard Heinberg tonen al enige tijd het  verband aan tussen goedkope energie, schulden en de consumptiecultuur. Al die  zaken komen vandaag samen als een “perfecte storm”. We bevinden ons op  de top van de oliecurve en daar stuiteren we nog een poosje op en neer vooraleer  de curve de diepte induikt. Omdat de economie de hoge prijs niet meer aankan,  daalt de prijs, waardoor de groei opnieuw wat kan toenemen. Maar eenmaal de  prijs opnieuw stijgt, duiken we in een recessie. Intussen groeit de  schuldenberg. Die drie crisissen –klimaatwijziging, piekolie (het punt waarop de  helft van de wereldreserves van petroleum zijn opgepompt en de ontginning  moeilijker wordt, adw) en de economische crisis– dienen zich aan op hun eigen  ritme. We komen aan het einde van een groot feest en zitten nu met de  rommel.
Toch  lijkt de enige bekommernis om de machine zo snel mogelijk weer op gang te  krijgen.
Hopkins: Iedereen blijft in die groeitermen  vastzitten. Wanneer ik ga spreken, zeg ik aan het publiek: “Het komende  half uur gaan we er eens niet van uit dat de economie opnieuw zal  groeien.” Maar het is heel moeilijk voor mensen om dat onder ogen te  zien. Een financieel expert voorspelde onlangs op de BBC dat de hele winkel in  elkaar aan het storten is; dat alle aandelen binnenkort verdampt zijn en de  instanties waarop men hoopt voor redding, machteloos zullen toezien. De huidige  crisis is voor een groot deel veroorzaakt door onverantwoord gedrag van  regeringen en banken. Wat de bankindustrie gewone mensen heeft aangedaan, is  crimineel. De betrokken personen moeten daar rekenschap voor afleggen. We moeten  die confrontatie aangaan. Maar tegelijk moeten we de leiding nemen in het zoeken  naar oplossingen. Terwijl regeringen beweren dat piekolie geen probleem is en we  de economische groei over twee jaar weer op dreef krijgen, zijn wij aan de basis  bezig met de vraag: Wat als dat alles niet het geval is? Wat zijn onze ontwerpen  voor de toekomst?
Een  centraal begrip voor u is veerkracht. Wat is dat precies?
Hopkins:  Veerkracht werkt op verschillende niveaus en loopt door al die crisissen van  klimaatopwarming, piekolie en economische recessie heen. Het mooie is dat het  iets betreft dat we zelf in handen kunnen nemen. Het gaat over de mogelijkheid  om weerstand te bieden aan schokken. In de context van transitie betekent dat  onder meer het herlokaliseren van een deel van de economie. Supermarkten zijn  volledig afhankelijk van een steeds kwetsbaarder systeem van toelevering? Die  afhankelijkheid afbouwen, vergroot de veerkracht. Maar het gaat ook over  het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden, jobcreatie, je streek nieuw leven  inblazen. De motivatie komt niet alleen vanuit een dreiging, het is ook een  ontzettende opportuniteit om je omgeving nieuw leven in te blazen.
Welke  bevindingen drijven boven na vijf jaar transitiebeweging?
Hopkins: Eind oktober verschijnt het tweede  transitiehandboek, dat teTransitie is een ontzettende opportuniteit  om je omgeving nieuw leven in te blazenrugblikt en tal van lokale  voorbeelden aanhaalt. Toen we begonnen, wist niemand wat transitie was en ook  vandaag is het nog steeds een experiment. In het eerste handboek hadden we het  over de twaalf stappen die een groep doorloopt om goed te functioneren, maar we  zien dat velen dat proces niet volgen. Het is eerder zoals koken met de  ingrediënten die je in je keuken hebt. Elke groep zoekt zijn eigen weg. Je kijkt  wie de mensen in jouw omgeving zijn en waardoor ze gepassioneerd zijn. Op  sommige plaatsen zijn er initiatieven gegroeid die werkelijk een verschil kunnen  maken. Zo startte Transitie Bath een energieproject van de gemeenschap. De groep  heeft 12,5 miljoen euro uitgetrokken om over vijf jaar hernieuwbare energie te  ontwikkelen. Jaarlijks zal dat project zo’n 400.000 euro opbrengen, waar weer  nieuwe transitieprojecten mee kunnen worden opgezet in de stad. In Brixton, een  stad met anderhalf miljoen inwoners, lanceerde de transitiegroep een  Brixton-pond gebaseerd op mobiele telefonie. Zelfs in de favela’s van São Paulo  zijn er transitiegroepen actief. Dat is werkelijk opwindend.
Voedselproductie  vormt een speerpunt van de transitiebeweging. Groentetuintjes winnen aan  populariteit.
Hopkins:  Een groep kan het plan opvatten om een windmolen te bouwen, maar de voltooiing  daarvan neemt minstens vijf jaar in beslag. Een ecodorp ontwikkelen duurt tien  jaar. Een groentetuin is iets heel concreets om met een groep te realiseren en  je kan daar morgen mee beginnen. Je boekt ook snel resultaat. Soms slaat mensen  de angst om het hart wanneer ze denken aan de toekomst met torenhoge  olieprijzen. Maar als je kijkt naar de projecten van stadslandbouw, ziet die  toekomst er al heel wat minder beangstigend uit. Het helpt mensen een  voorstelling te vormen van hoe zo’n lagekoolstofmaatschappij eruit kan zien.
Staan  die sympathieke initiatieven wel in verhouding tot de ernst van de problemen?  Hebben we geen oplossingen op een hoger niveau nodig?
Hopkins: Lokalisering en veerkracht hebben we  op alle niveaus nodig. Nationale regeringen, gemeentebesturen en lokale  groepen moeten hun objectief duidelijk stellen. Op dit ogenblik zien we echter  dat vooral lokale groepen aan alternatieven werken –de gevestigde  politiek blijft smeken om economische groei. Het lokale niveau, dat is  waar vandaag boeiende dingen gebeuren. Op sommige plaatsen is dat op kleine  schaal, elders op grotere. Toen we met transitie begonnen in Totnes, zag ik het  ook als een proces rond milieubewustzijn, maar in werkelijkheid is het een  cultureel proces. Het gaat over het veranderen van een cultuur en van de  verhalen die mensen aan elkaar vertellen. In Brazilië hebben transitiegroepen  aan burgers training gegeven na de aardverschuivingen die de hevige regenval had  veroorzaakt. In Nieuw-Zeeland was er de aardbeving in Christchurch, en ook daar  waren transitiegroepen intens betrokken bij projecten van wederopbouw. Ook in  Japan zijn na Fukushima transitiegroepen betrokken geweest bij wat er daarna  moest gebeuren. Soms lijkt het of je maar een kleine groep bent en niet veel  voorstelt, maar je weet nooit waar het tipping point ligt, en welke impact je  hebt. Mensen raken bezield door een ander verhaal. Politici dat resultaat maar  heel moeilijk bereiken.

 
 
